Als de mais rijp is, is het verschil tussen Flint- en Dent-maisrassen goed te zien. Pioneer-adviseur Arjan Geerets somt de verschillen op. De korrel van de Flint-mais is glazig waardoor die vooral de eerste maanden na het inkuilen minder goed verteerbaar is. De Dent-mais heeft een andere textuur. Het zetmeel is daardoor zachter, bloemiger en beter verteerbaar voor koeien.
Binnen de commerciële maisrassen bestaan er wereldwijd twee grote mais genetica pools: Flint-mais en Dent-mais. De belangrijkste verschillen tussen de kenmerken van Dent en Flint zijn hieronder schematisch weergegeven.
Bij de Flint-mais is het zetmeel omgeven door een dikke, glazige korrelhuid. Bij de Pioneer Dent-mais is het zachte zetmeel nauwelijks omgeven door een harde korrelhuid. In de pens van de koe en het verdere verteringssysteem is het bloemige zetmeel uit Dent-mais daardoor veel beter bereikbaar en verteerbaar voor de koe.
Bovendien is het gehalte aan prolamine in de korrel hoger bij Flint; prolamine is een plantaardig eiwit dat als een soort bisonkit de zetmeeldeeltjes aan elkaar kleeft. Dent-maiskorrels zijn daardoor zachter. Prolaminen lossen bovendien niet op in water of stoten water af. Een hoger aandeel aan prolamine in de Flint-korrel zorgt ervoor dat de zetmeeldeeltjes moeilijker door enzymen en bacteriën zijn los te weken en te verteren. Gevolg : korrelresten in de mest en dus zetmeelverlies.
Onderzoek toont de verschillen aan in zetmeelverteerbaarheid tussen Dent-mais en Flint- mais na het inkuilen (bron Lalotte et al. 2016, Univ, Losianne, Nancy, Frankrijk).
De zetmeelverteerbaarheid werd gemeten 2 maanden na inkuilen en 6 maanden na inkuilen.
Resultaat:
Conclusie:
Door de hogere zetmeelverteerbaarheid van Dent-maisrassen t.o.v. Flint-maisrassen heeft de melkveehouder de mogelijkheid om 6-8 weken na het inkuilen al nieuwe mais te voeren in het rantsoen, zonder dat dit tot grote zetmeelverliezen in de mest leidt.
De waarde van Dent voor de melkveehouder
Landbouwkundig vertonen pure Dent-rassen een wat tragere jeugdgroei en komen ze iets later in bloei. Daardoor kunnen Dent-rassen wél meer Droge Stof (DS) opbouwen én hebben ze een hoger opbrengstpotentieel.
Pioneer Dent-rassen zijn stevig en hebben een beter wortelstelsel waardoor ze wat beter tegen de droogte kunnen. Bovendien hebben ze een sterke resistentie tegen verschillende soorten ziekten.
Maximale benutting van de aanwezige voederwaarde in Dent-mais
|